Zo was het

Zaterdag 10 september 2022: Verslag Jonge Vogelaarsexcursie ‘Struinen door de uiterwaarden van de Stokebrandsweerd’

Bij onze eerste excursie van het schoolseizoen ’22/’23 fietsten we met z’n tienen (inclusief twee nieuwe Jonge Vogelaars en twee begeleiders) goed gemutst en lekker opvallend in gele hesjes, in colonne naar de startplek van het klompenpad in de Stokebrandsweerd. Nog niet eens aangekomen zagen we vanaf de dijk aan de oever van een nevengeul twee witte reigers met hun lange zwarte poten doodstil in het water staan, om dan weer traag langs de oever te waden. De vraag waarom witte reigers zilverreigers genoemd worden en grijze reigers blauw, bleef onbeantwoord. Een miezerregentje vergezelde ons, maar dat nam niet weg dat we in een opgetogen stemming het veld introkken. Helaas niet geheel waterbestendig zoals wilde eenden, krakeenden en ganzen, die zichzelf elke dag weer van top tot teen invetten.

Struinend door het natte grasland hoorden we in de struiken koolmezen en pimpelmezen. Er zat ook een tjiftjaf te tjiftjaffen. In de verte spotten we houtduiven op een hoge paal, een zwarte kraai en nog verder weg langs de oever van de Ijssel aalscholvers in de takken van een boom.

Een troep boerenzwaluwen zwermde langs; misschien waren ze al op weg naar het warme zuiden.

Onze kinderen zwermden ook uit. Sommige kinderen klauterden behendig over de stenen naar de oever van de IJssel die daar in de diepte lag. Verbazingwekkend hoe goed dat ging. Andere kinderen speurden naar bloeiende planten en andere natuurfenomenen; van geurloze kamille tot geel gestreepte huisjes van slakken en van hoe de slakken uit hun huisje te lokken tot kleurige stenen en wat zich daar misschien onder bevond. Eén van de kinderen weerstond maar net de verleiding om met een flinke sprong in een verse koeienvlaai te belanden. Af en toe werd nog even de verrekijker geheven, maar de regen werd steeds heftiger en wij werden steeds natter.

Het was bijna half 11 toen we het besluit namen toch maar gauw de regen en de uiterwaarden achter ons te laten en een droge plek te zoeken op de Kaardebol. Daar aangekomen was het een knus samenzijn onder grote groene parasols, met eten en drinken en met het raden van vogelgeluiden uit het vogelgeluidenboek. We maakten onze vogellijst compleet en daar was dan toch nog de beheerder van de Vlinderkas, die ons uitnodigde om in de warme kas weer warm te worden en op te drogen. Bij een kacheltje nota bene.

Extra leuk was het toen we het laatste kwartier door mochten brengen bij de prachtige vlinders in de vlinderkas! Opmerkelijk vonden we het als begeleiders hoe vrolijk de kinderen bleven bij zoveel kou en nattigheid. De nieuwe kinderen twijfelden ook geen moment bij de vraag of ze nog eens mee wilden: ‘ja, leuk!’

De ochtend wordt afgesloten met een quiz, gezamenlijk nagekeken en de punten van de juiste antwoorden opgeteld. De twee kinderen met de hoogste score nemen hun prijzen in ontvangst. Een boekje over de dieren op het erf en een stapel natuurtijdschriften. Voor iedereen is er een vogelringetje als aandenken aan dit bijzondere vogelevenement. Ook de ringers krijgen een aandenken als dank voor hun geweldig leuke vogelringpresentatie en betrokkenheid bij de kinderen. Bij het afscheid maken de ringers de kinderen en begeleiders nog even extra enthousiast door ze uit te nodigen voor een ringbijeenkomst in de herfst wanneer de vogels weer gaan trekken. Dan mogen de vogels gelokt worden met voer en vogelzang en zijn er nog meer soorten te bewonderen.

Zaterdag 23 april 2022: Bezoek vogelringstation Hackfort

Met 9 jonge vogelaars nemen we deze ochtend een duik in de bijzondere wereld van het vogelonderzoek. Het is een volmaakte combinatie; de 5 vogelexperts (Gerard, Udo, Anne, Wouter en Thijs) die op een enthousiaste en speelse manier echt alle ins en outs van het vogels ringen laten zien en de kinderen die aan hun lippen hangen. Bij een rondgang langs de in het bos opgestelde mistnetten wordt met een opgepropt zakje gedemonstreerd hoe het net een vogeltje vangt, waarna de daadwerkelijk met hun pootjes verstrikt geraakte vogeltjes zorgvuldig uit de draden van het net gepeuterd worden. In een katoenen zakje kan zo’n vogeltje daarna een beetje bijkomen van de schrik. In optocht, de ringer, behangen met zakjes met vogeltjes voorop, gaat het naar de gereedstaande onderzoekstafel met alle gereedschap en onderzoeksmateriaal. Dan wordt voor het oog van de aandachtige kinderen de vogel heel voorzichtig tevoorschijn gehaald- en volgt de eerste vraag: ‘welke vogel is dit?’ Meteen komt het antwoord van één van de kinderen: ‘een zwartkop vrouwtje, want die heeft een bruin petje!’ Om de beurt wordt nu een vogeltje tevoorschijn gehaald en bijna tot op het bot onderzocht. De vogelexpert vertelt honderduit, af en toe aangevuld door zijn collega. Waarom blaast hij het buikje bloot? Wat is buikvet en wat een broedvlek? Hoe zie je het verschil tussen de tjiftjaf en de fitis als deze vogels hun snavel houden? De ringer spreidt het vleugeltje van tjiftjaf of fitis wijd uit en telt de handpennen: ‘het is een tjiftjaf want deze heeft kortere handpennen aan het eind van de vleugel!’ Bij de fitis zijn ze langer want die vliegen voor het overwinteren helemaal naar Afrika, terwijl de tjiftjaf in de buurt van de Middellandse zee blijft. Dan komt het precies opmeten van de vleugellengte en tenslotte wordt de vogel gewogen – op z’n kop in een kokertje en vlak voor het mag wegvliegen nog even gehypnotiseerd zodat hij doodstil op zijn ruggetje op één van de zo vlak mogelijk uitgestrekte handen van de kinderen kan blijven liggen. Adembenemend is dat om mee te maken maar sommige vogeltjes weigeren mee te werken en vliegen er zo vlug mogelijk vandoor. Ringer Gerard toont de felheid van een pimpelmees, die vinnig in zijn vingers pikt zodra hij de kans krijgt. Zo krijg je nog meer respect voor dit meesje. Een bijzondere vangst is de tuinfluiter; die valt op doordat hij geen kenmerken heeft. Is gewoon helemaal gemêleerd bruin. Een echt k.b.v-tje (klein bruin vogeltje) Als alle vogels zijn onderzocht en beschreven vertelt Gerard de kinderen over het vogelonderzoek en de resultaten. De zijkant van een keet is volgehangen met afbeeldingen met vogel- en ringinformatie.

Na de pauze met warme chocola en koek neemt hij ze ook mee naar een tafel met nesten waarbij de kinderen mogen raden welke vogels die maakten. Het nest van de zanglijster met de diepe holte en de mooi met aarde beklede wandjes oogst de meeste bewondering. Die van de duif de minste- want hoe blijven die eieren liggen op zo’n rommelig stelletje takken.

De ochtend wordt afgesloten met een quiz, gezamenlijk nagekeken en de punten van de juiste antwoorden opgeteld. De 2 kinderen met de hoogste score nemen hun prijzen in ontvangst. Een boekje over de dieren op het erf en een stapel natuurtijdschriften. Voor iedereen is er een vogelringetje als aandenken aan dit bijzondere vogelevenement. Ook de ringers krijgen een aandenken als dank voor hun geweldig leuke vogelringpresentatie en betrokkenheid bij de kinderen. Bij het afscheid maken de ringers de kinderen en begeleiders nog even extra enthousiast door ze uit te nodigen voor een ringbijeenkomst in de herfst wanneer de vogels weer gaan trekken. Dan mogen de vogels gelokt worden met voer en vogelzang en zijn er nog meer soorten te bewonderen.

Zaterdag 19 maart 2022: Excursie ‘t Leusveld

Vier Jonge vogelaars verzamelden zich voor de Excursie Vogels speuren op Landgoed ‘t Leusveld; twee kinderen moesten tot hun verdriet thuis blijven omdat ze positief waren getest op Corona.

Aangekomen bij het landgoed maakten de kinderen met behulp van het grote vogelboek met geluiden kennis met de geluiden van de bosvogels die zich naar alle waarschijnlijkheid zouden laten zien. Om de beurt vonden ze de vogel van hun briefje en luisterden met gespitste oren- een echte vink liet meteen horen dat hij daar als eerste was. Daarna beluisterden we de geluiden van grote bonte, zwarte en groene specht, roodborstje, zanglijster en boomklever. Dat laatste vogelgeluid ontlokte heel spontaan, swingende heupbewegingen aan één van de kinderen.

Daarna trokken we het bos in en zagen meteen al een groep reeën door een open veld rennen. We speurden zorgvuldig naar waar de talloze spechten (grote bonte spechten) op boomstammen of takken zaten te kloppen, om daarna weer te proberen rap over en weer vliegende vogeltjes in de kijker te krijgen. Meestal meesjes en ook boomklevers met nesteldrang. Merels en roodborstjes zongen erop los en soms zagen we ze in het struweel scharrelen.

Een grote zwarte vogel vloog vlak voor ons langs. Oh, een zwarte specht! Een bankje met uitzicht werd getest; er pasten precies vier kinderen op die even de tijd namen om in hun vogelboek te neuzen.

Met alles wat we ontdekten vorderden we zo langzaam dat sommige kinderen zich afvroegen of met dit tempo op tijd terug zouden zijn. Maar begeleiders weten vaak de kortste weg terug- en die ene ouder die ons bij ‘t Jachthuis op zou wachten werd gevraagd een kwartiertje later te komen.

Zo was er tijd genoeg om bij het vogeluitzichtpunt ‘Kiek uut’ te genieten van warme chocolademelk met koek. Ole en Malik noteerden de verschillende vogels op de plas: meerkoeten, wilde- en krakeenden, futen, wintertaling. Een kolonie blauwe reigers nestelden in de populierenbosjes erachter. Een kleine jonge vogelaar, te klein voor het kijk-over-scherm, klom behendig naar boven waar ze naast de anderen mooi mee kon kijken naar wat er in de verte rondvloog en zwom. Toen was het echt tijd om te gaan maar niet zonder onderweg nog uitgebreid de twee lieve kleine zachte hondjes van een lieve oude dame te aaien. Precies op tijd waren we terug bij de Kaardebol om de uitgelaten kinderen weer aan de ouders over te dragen.

P.S. Ole en Malik noteerden de gespotte vogels.

   

Zaterdag 19 februari 2022: Excursie uiterwaarden Rammelwaard

Vijf Jonge Vogelaars trotseerden kou en harde wind; dik ingepakt en goed gemutst, de begeleiders gewapend met telescopen, stapten we op weg naar de watergeulen langs de dijk waar hele troepen fluiteenden (smienten) rondzwommen en zich lieten horen. We zagen er meerkoeten, wilde -, kuif- en bergeenden, een kleine mantelmeeuw en hoe leuk, ook de scholeksters waren al teruggekeerd uit het verre zuiden. Terwijl we de oevers scanden op nog meer leuke vogels begonnen sommige kinderen al te klappertanden (bij wijze van spreken). Hoogste tijd om verder te gaan, even hard rennen, om weer warm te worden.

In de luwte van een boerderij met een bosje met kool- en pimpelmezen speurden we naar de vogels in de uiterwaarden: grauwe ganzen, kolganzen.

Daarna ons volgende doel, de vogelkijkhut; toen deze in zicht kwam zetten de nieuwsgierig geworden kinderen er flink de vaart in, via overstapjes en baggerend door de blubber. En nestelden zich daar knus bij elkaar op de bankjes voor de kijkgaten. De telescopen opgesteld en het afspeuren van de grote plas kon beginnen. Ook daar zwommen veel eenden in alle soorten en maten waarvan de grote zaagbek, pijlstaart en wintertaling wel de mooiste waren. Op de oever spotten we nog zilverreiger en blauwe reiger en in overhangende takken stonden aalscholvers hun wijd uitgespreide vleugels te drogen. Sommige kinderen haalden hun vogelbingokaarten tevoorschijn en vinkten de gevonden soorten af. Na de pauze met warme chocolademelk, koek en spannende verhalen over de toekan en kookaburra was het speelkwartier en verkenden de kinderen al rennend ook het terrein rond de hut. Tot slot noteerde één van de kinderen de gespotte vogels in het kijkhutlogboek en was het tijd om te gaan. Op de dijk in de verte stonden de eerste ouders hun kroost al op te wachten. De bij de kijkhut rondscharrelende zieke brandgans bleef in zijn eentje achter.

   

Zaterdag 15 januari 2022: Uilenfilm kijken en braakballen uitpluizen

Acht jonge vogelaars, waaronder drie nieuwe leden en een eersteling, en drie begeleiders waren vroeg uit de veren. Om in de kas van De Kaardebol aan de slag te gaan met één van de meest intrigerende vogelsoorten, namelijk uilen! Zoals gebruikelijk volgt eerst een inleiding en meteen bij de eerste vraag aan de kinderen over het verschil tussen gewone vogelsoorten en uilen, vliegen de vingers omhoog en vertellen ze met graagte: over hoe en waarom uilen geruisloos vliegen; over de shuttle van de kerkuil waarmee hij zo goed alle geluiden kan opvangen; dat ze hun kop zo handig alle kanten op kunnen draaien; over de oren (gehoororganen) die in de verenkrans rond het uilengezicht zitten, de één iets hoger en die aan de andere kant wat lager. Ook de getoonde afbeeldingen van verschillende uilensoorten herkennen de kinderen snel.

Met het bekijken van de film ‘Lotte en de Uilen’ worden de puntjes nog eens op de i gezet. En na de chocolademelk met koek storten de kinderen zich op het uitpluizen van de braakballen. Muisstil en af en toe kreten slakend over de vondst van een onderbeen, ribbetje of een spitsmuizenkaakje met bloed aan de tandjes, ontdoen ze heel precies de haren van de muizenschedels en -botjes en vullen daarmee hun petrischaaltjes. Goed dichtgeplakt gaan die mee naar huis, samen met nog een nieuwe bal voor thuis. Na afloop concluderen de begeleiders onder het genot van een cappuccino (heel blij dat Genietcafé Emerpark deze dag open was) dat er aan de motivatie van deze jonge vogelaars echt toch helemaal niets ontbrak… Het smaakt iedere keer weer naar meer!

Vergeet ik nog helemaal te melden wat de lievelingsvogels waren van de nieuwkomers: namelijk de witkopzeearend en de ijsvogel!!

      

Zaterdag 13 november 2021: Nestkast voor koolmees timmeren

Niets leukers dan met de jonge vogelaars, er waren er 7, een nestkast te timmeren! De kas achter de Kaardebol was voor een ochtend omgeturnd tot een timmerlokaal. Bouwpakketten, voorgezaagd door vogelwerkgroepnestkastenexpert Wim Nijenhuis, spijkers, EHBO-spullen en bakjes pepernoten, alles stond klaar om bijna van start te gaan. De kinderen, gewapend met een door henzelf meegebrachte hamer waren er bijna klaar voor. Eerst toonde Frank een nestkastenpresentatie, want hoe nestelen vogels en welke vogels hebben het meeste baat bij het plaatsen van een nestkast. Sommige tuinvogels zoals merels hebben aan dicht struikgewas of klimop tegen een muur genoeg, maar holenbroeders als huismus, kool- en pimpelmees willen oude bomen met holtes. En in onze veelal stenige omgeving ontbreekt het daar aan. Dus snakken o.a. koolmezen naar een mooie nestkast. Deze kun je het beste ophangen met de vliegopening op het noordoosten gericht. Daarmee heeft een pril vogelgezin niet teveel last van inregenen en oververhitting door felle zonneschijn. Extra prettig voor de vogels is het ophangen in een boom van wat nestmateriaal zoals een plukje ruige schapenwol. In koude winters zijn nestkasten ook erg geschikt als veilige schuil- en overnachtingsplaats. Frank rondde de inleiding af met een snelle uitleg van het omvormen van het bouwpakket tot een bewoonbare nestkast.

Daarna kon het oorverdovende timmerspektakel beginnen; binnen de kortste keren stonden de kinderen en wij ervan te kijken hoe slagvaardig ze zelf, met hier en daar een beetje hulp vanwege scheve of ondersteboven geplaatste wandjes, een mooie degelijke koolmezennestkast hadden getimmerd. Sommige kinderen versierden hun werkstuk nog met stempels van grutto, uil of zwaluw. En na de rustpauze met chocolademelk, vruchtensap en koek volgde de speurtocht naar een geschikte boom in de Kaardeboltuin en beklom Frank de ladder om de voorbeeldnestkast daarin op te hangen. Erg benieuwd of die aankomend voorjaar bewoond zal worden. Op de terugweg zagen we nog een vlucht puttertjes!

Prettig dat we op tijd konden afronden want sommige kinderen wachtte een heel ander spektakel, namelijk de intocht van St. Nicolaas.

    

Zaterdag 18 september 2021: Struinen langs de Berkel

De eerste vogelexcursie dit seizoen. Op de vroege zaterdagochtend gaan we met een klein en vrolijk groepje op pad, via het bospark van Landgoed ‘t Velde naar de oevers van de Berkel.
Het landgoed is gehuld in een dichte mist. De oren daarom extra gespitst om in het wazige geboomte geen vogeltje te missen. We horen het hoge twieten (contactroepje) van een tjiftjaf, en de roepjes van kool- en pimpelmezen, een boomklever- en kruiper.

Terwijl wij ouwetjes de alom aanwezige sprookjesachtige spinnenwebben bewonderen met weefsel gevat in een kantwerk van ragfijne druppeltjes; ontwaakt bij de kinderen hun liefde voor honden. Allerlei aaibare honden en hun trotse bazen/bazinnen kruisen ons pad. Ze tellen er zeven, en de huskey met het blauwe en bruine oog maakt de meeste indruk.
Met nog blijere kinderen en de opmerking ‘wij zijn de jonge ‘hondelaars’ trekken we verder richting Berkel. In het riet dwarrelen koolmeesjes, we zien een lieve fwietgeluidjes makende jonge fuut bij zijn vader bedelen. Nog meer meerkoeten, wilde eenden, een waterkipje en zelfs een watersnip overvliegen. In de wazige elektriciteitsmasten verder weg in het weiland zien we silhouetten van kauwtjes, of zijn het roeken?

Halverwege de tocht stillen we onze honger en dorst met sap en koek. Een mooi moment ook om met een vetproefje te laten zien waarom watervogels niet kletsnat worden in het water. De oudere kinderen weten van de vetbult op het achterste van de vogel, de plek waar ze het vet vandaan halen om hun verenkleed mee op te poetsen. Toch is het leuk even de bovenkant van de handen in te smeren met olijfolie en daar waterdruppels op heen en weer te laten rollen. En daarna te showen hoe perfect een waterdruppel balanceert op een ganzenveer.

Als we onze weg vervolgen vinden we een (pas gestorven?) dode mol op ons pad; hij is nog helemaal gaaf met alleen een beetje bloed aan zijn rechterhandje. Ciara koestert de mol en laat hem van onder tot boven bewonderen. Van zijn naar opzij klauwende handjes met scherpe nagels, het perfecte gebitje en smalle varkensneusje tot wat dat is wat uit zijn achterlijf komt. En wat een wonderlijk zacht vachtje heeft ‘ie.

Ondertussen is de mist opgetrokken en laat de zon zich zien. Er is genoeg tijd om ook de schaatsenrijders op het water bij een houten brugje te bekijken en jeetje, wat lastig om zo’n beestje in een loeppotje te krijgen. Zo scharrelend langs de waterkant bereiken we het eindpunt bij de stuw. Daar ontmoeten we een stel Poolse mannen die speuren naar waterkreeften; eentje hebben ze al gevangen en één van de mannen toont de kinderen hoe je hem vast kan pakken. We mogen hem houden. Als de mannen uit het zicht zijn laat Chayenna, na gezamenlijk beraad, de kreeft weer los in het water. En dragen wij de enthousiast vertellende kinderen weer over aan hun wachtende (groot-)ouder(s).

     

Vrijdag 2 juli 2021: Nachtzwaluwenexcursie op het Grote Veld

Vol verwachting waren we; een allereerste avondexcursie met de Jonge Vogelaars naar het grote Veld. Michiel, de ecoloog van Natuurmonumenten had ons verklapt dat er zeker zeven paar nachtzwaluwen zaten. Hij schreef even enthousiast een vergunning uit zodat we die avond na zonsondergang in het veld mochten zijn. Hét tijdstip dat nachtzwaluwen actief worden met baltsen en al vliegend insecten in hun grote wijd open snavel laten vliegen waarbij ze met het dichtklappen ervan meteen de pootjes afbijten. Ook de ‘s nachts actieve houtsnippen stonden op ons verlanglijstje.

Die vrijdagavond verzamelden zich in totaal vijf mensen om mee op pad te gaan. Twee kinderen (Chayenna en Johan) en drie begeleiders; denkelijk was ons verlangen naar nachtzwaluw groter dan dat van de kinderen en was het tijdstip ongeschikt en lastig, want zo laat en de volgende ochtend weer vroeg op voor het volle programma van de kinderen. Voordeel was dat we met zijn allen in Florence’s busje pasten.

De sfeer was als die tijdens een schoolreisje. Uitgelaten arriveerden we op het Grote Veld. In het bos klonk een koor van roodborstjes, afgewisseld door zanglijsters, merels, zwartkop en het gekoer van houtduiven. Johan bleek heel goed in het nabootsen van een geelgors – tu’tútú – túúú (lang aanhouden)! We slopen zo zacht mogelijk door het bos, wat nog niet eenvoudig was, want, hoe beteugel je (motiveer je) vrolijk ratelende kinderen als je zelf liever je oren te luisteren wilt leggen om de spannende geluiden van blatende houtsnippen en snorrende nachtzwaluwen op te vangen…

Maar met voorzichtig aanmanen en door met z’n allen de handen achter de zeer gespitste oren te leggen en heel stil te luisteren of het naaimachineachtige gesnor van de nachtzwaluw al te horen was, lukte dat en verdubbelde het enthousiasme toen deze mysterieuze nachtvogel zijn geratel ook werkelijk liet horen… (https://www.xeno-canto.org/653840). En tot onze blijdschap lieten de in de schemering rondvliegende en baltsende houtsnippen hun geknor horen. (https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/houtsnip)

Extra spannend was het dat er bijna ongemerkt een mysterieuze witte nevel over de hei kwam te liggen. En met het zo speuren, luisteren, verder lopen, giechelen en genieten werd het laat… We hoopten dat de ouders nog even wilden wachten om hun uiterst wakkere kinderen in ontvangst te nemen.

   

Zaterdag 12 juni 2021

Het belooft een prachtige dag te worden We verzamelen om 9 uur bij de parkeerplaats Voorstonden. De kinderen worden door hun ouders gebracht, degenen die elkaar nog niet kennen maken kennis met elkaar…, allemaal de kijker om de nek en vol verwachting wat de dag ons brengen gaat.

Twee begeleiders, Frank en Florence, hebben de voorbereidingen voor een speurtocht en vogelbingo getroffen en sluiten zich wat later bij ons aan. Gezamenlijk vertrekken we het landgoed Voorstonden op, uitgezwaaid door ouders. Daar worden we in drie groepjes opgedeeld. Elk groepje loopt een route en maakt vier opdrachten uit een boekje dat de kinderen uitgereikt hebben gekregen. Daarna wordt er van begeleider gewisseld en worden de volgende vier opdrachten gemaakt.

De kinderen zijn enthousiast en beginnen aan het invullen van hun boekje. Er wordt geplakt, water geschept, door vleugels geprikt en er worden vogels gespot, eieren getekend, vogelgeluiden beluisterd, voetprints bekeken en vogelschedeltjes bewonderd. Het is mooi om te zien hoe kinderen problemen aanvliegen en oplossen. De een hoort zijn begeleider uit en hoopt het juiste antwoord te krijgen, een ander put al uit de nodige ervaring en een laatste laat zijn fantasie op hol slaan.

Als alle twaalf opdrachten en de kaarten met vogelbingo compleet zijn, ontmoeten we elkaar weer bij de pauzeplek, waar Frank de antwoorden en uitleg geeft. Florence laat ons nog een piepklein eitje zien: het begin van nieuw leven… maar ze laat ook twee dode jonge vogeltjes zien, een koolmeesje en een vinkje, die het niet gered hebben. Mooi om te zien hoe de kinderen dit observeren. Geen “ah eng” en “oh wat zielig”, maar met aandacht. Na alle inspanning volgt er ontspanning en is het tijd voor een heerlijke lunch.

Als afsluiter van een fijne ochtend zorgt Rob, de man die voor de jonge vogelaars de contacten (uitnodigingen, adresbestanden etc.) verzorgt, nog voor een verrassing: de kinderen krijgen een vogelboekje.

Blij en ons belonend met een gemiddeld cijfer van een 8 nemen we weer afscheid van elkaar en zeggen: tot de volgende keer, op 2 juli de avondexcursie op het Kienveen!

Ellen

  

Zaterdag 24 april 2021: Empese en Tondense Heide

Vandaag naar het prachtige gebied, de Empese en Tondense Heide. Een gebied van Natuurmonumenten met vochtige graslanden, ondiepe plassen en kleine stukjes bos. Het heet Heide, maar veel heide is er niet meer. Frank en ik stonden op de parkeerplaats van het gebied, 6 kinderen op te wachten. Te weten Chayenna, Ties, Kamille, Zeb, Jules en Johan. Op de parkeerplaats waren al de nodige vogels te horen en ook te zien. Bv een Grasmus met zijn mooie witte keeltje. Op ‘t Van Hasseltpaadje een paar keer stil gestaan om goed te luisteren en kijken naar tjiftjaf, kool- en pimpelmees én de boompieper. Halverwege het paadje linksaf om door het weiland te struinen. Daar kwam een raaf overvliegen. Maar hoe zie je dat dan? Let goed op zijn staart, die is wigvormig. Gelukkig liet hij zich ook nog even horen. Ja duidelijk met zijn zware “krobkrobkrob”. Een stukje verderop zijn wat bosjes en daar zat een bosrietzanger te zingen. Wat heeft hij veel noten op zijn zang! Hij kan heel veel vogels imiteren. Vooral ook Afrikaanse.

Het gebied is op sommige stukken behoorlijk nat. Er loopt zelfs een vlonder door een deel van het gebied. Waterdichte schoenen of laarzen zijn wel handig, ook al kun je met laarzen ook nog natte voeten krijgen. Vraag maar aan Zeb.

Hieronder een lijst van vogels, die we gezien of gehoord hebben.

ooievaarkokmeeuwwinterkoningpimpelmees
knobbelzwaanholenduifroodborstboomkruiper
grauwe ganshoutduiftapuitgaai
Canadese ganskoekoekroodborsttapuitkauw
bergeendgierzwaluwzanglijsterroek
wilde eendgroene spechtmerelzwarte kraai
krakeendgrote bonte spechtzwartkopraaf
buizerdboerenzwaluwgrasmusspreeuw
torenvalkhuiszwaluwbosrietzangervink
meerkoetgraspieperfitiskneu
scholeksterboompiepertjiftjafrietgors
kievitwitte kwikstaartkoolmeesgeelgors

 

Zaterdag 8 mei 2021: Bezoek aan ringstation Hackfort

Het is koud maar zonnig. De ouders droppen al om 9.00 uur 12 kinderen op het afgesproken punt op Landgoed Hackfort. Een mooi maar niet-toegankelijk natuurgebied met afwisselend open gras-, akkerland en bos.

De beheerder van Natuurmonumenten, Udo Hassefras, eveneens vaste ringer, ontvangt ons en vertelt het verhaal over het natuurgebied waar we ons bevinden. Normaal gesproken ontoegankelijk want kwetsbaar en rustgebied voor het wild en de vogels. Hij wijst ons op het groene eentonige grasland en vertelt over de plannen om dit om te vormen tot voor vogels en insecten aantrekkelijk kruidenrijk hooiland. Daarna leidt ringer Gerard Bogaert het vogels ringen in; heel kort want de netten moeten gecontroleerd!

Udo en Gerard zullen ons deze ochtend samen met hun collega-ringers Remke, Anne en Wouter alle ins en outs van het vogels ringen laten zien. De mannen verdelen de taken en ons in twee groepen. Udo, Remke en Anne nemen ons groepje mee het bos in naar de daar opgestelde netten. Mistnetten om precies te zijn. Als je niet goed uitkijkt blijf je er met je pet of knopen in haken. De kinderen volgen de handelingen die de ringers uitvoeren met aandacht. Eerst goed kijken naar het in het net verstrikt geraakte vogeltje dat Anne heel voorzichtig lospeutert; eentje met een zwart petje, en daarna in een knikkerzakje stopt. Vragen barsten los: “Oh, is het niet zielig en doet het geen pijn? Kan het vogeltje wel ademen in dat zakje en hoe werkt dat net eigenlijk?”
Jazeker kunnen vogeltjes in zo’n katoenen netje nog ademen en omdat het daar lekker donker is komen ze sneller tot rust. Om te laten zien hoe een vogeltje blijft steken, gooit Remke een opgepropt zakje in het net. Het stuit tegen het net, veert terug en valt zachtjes in de netplooi daaronder. De kinderen mogen het zelf ook uitproberen.

Als vervolgens een pimpelmeesje uit het net geplukt wordt pikt deze de ringer flink in de vingers. Behangen met zakjes vogeltjes waarvan sommige al geringd, keren we terug naar de tafel met ringmateriaal en logboek. Udo demonstreert nauwgezet alle handelingen, van opmeten van vleugellengte tot inspectie van buikvet, vleugelspieren, broedplek en gewicht. Daarna knijpt hij een piepklein ringetje met nummer om het pootje. Ook dat doet geen pijn antwoordt hij op een vraag van één van de bedenkelijk kijkende kinderen. De ringetjes zijn precies afgestemd op de pootjes van de vogelsoort.

Dit vogeltje brengt de ervaren vogelaar aan het twijfelen, is het een fitis of een tjiftjaf? Na telling van de handpennen blijkt het toch een tjiftjaf. Die heeft zes bochten in de handpennen en de fitis vijf, zo klein is het uiterlijke verschil. Evenals de tjiftjaf worden ook de zwartkopjes en het pimpeltje heel precies op alle punten opgemeten en ringster Anne noteert de informatie in het logboek.

De groene keet op het ringterrein is bekleed met een reeks A4’tjes met uitleg: de anatomie van de vogel, bijzondere uitkomsten van het vogelonderzoek, en opmerkelijke weetjes. Udo wijst aan, vertelt en de kinderen hangen weer aan zijn lippen. De warme chocolademelk met koek wordt tussen de bedrijven door genuttigd, want er zijn nog meer netten te inspecteren in weer een ander bos. We komen er via een bruggetje over een slootje en door een landje waar een doodgereden ree ligt (daar speciaal neergelegd voor onderzoek). In deze netten spartelen een zwartkopje en een merel. Ook deze worden op alle punten onderzocht, geringd en geboekstaafd.

Nu mogen de kinderen eventjes de vogel op de hand houden voordat die de vrijheid tegemoet vliegt. De merel wordt zachtjes over kopje en verenkleed geaaid. Begeleider Gerard sluit het programma af met een heuse vogelquiz; de antwoorden vinden de kinderen op de keet. En er zijn prijsjes aan verbonden? Om 10 voor 11 bespreekt hij de antwoorden met de groep en mogen ze allemaal een prijsje uitkiezen, een… ringetje!

Precies op tijd en helemaal onder de indruk van alle belevenissen worden de kinderen weer overhandigd aan hun ouder(s). Dat gevoel wordt gedeeld door de begeleiders van de Jonge Vogelaars; we zijn overrompeld door het uitgebreide programma en hoe goed het aansloot bij de kinderen, hoe boeiend het ook voor ons was. Het smaakte naar meer en hardop terugblikkend stelt beheerder Udo voor om nog eens terug te komen in de ringperiode in het najaar, tijdens de vogeltrek. En dat kan ook met de volwassen vogelaars van de VWG.

Ps. Vergeet ik nog op te nemen welke vrije vogels we ter plekke gespot hebben: kleine plevier, geelgors, kool- en pimpelmees, putters, grote bonte specht, buizerd, rode wouw en lepelaar.

    

Zaterdag 21 November 2020: Herfstexcursie op de Velhorst

Het is koud, winderig en zwaar bewolkt. Het groepje van negen kinderen waarmee we op stap gaan is goed gemutst, nieuwsgierig naar wat we vanmorgen allemaal zullen beleven. De eerste vogeltjes die zich laten horen en zien zijn de boomklevertjes, meesjes met blauwe petjes en Frank vangt de langgerekte roep van een zwarte specht op, tuuuuu-tuuuu. De vogelgeluidenapp (Birdsounds Europe) laat het (nood)geluid nog eens horen. Dikke houtduiven in de hoogste takken. Het ene groepje kinderen dartelt al snel voor ons uit, op zoek naar alles wat nieuw en spannend is; de oudere meer bedachtzame kinderen speuren serieus, de oren gespitst, de boomkruinen en verre luchten af waar kraaien en kauwtjes voorbij vliegen. Een pimpeltje zit hoog in een boom een gaai na; de gaai heeft iets groots in zijn snavel en ai, dat zal toch niet ook een klein pimpelmeesje zijn. Ja, het klopt, gaaien eten vogeltjes, een moeder van een ‘eerstekeers’ jonge vogelaar, zag het afgelopen voorjaar gebeuren…

Achter een hek zien we gehoornde brandrode runderen, een hele familie; onbeweeglijk staren ze terug, niet onder de indruk van onze nieuwsgierige blikken. Precies andersom is dat bij de biggetjeswei. Maar eerst passeren we watertjes met visjes, de Berkel met meerkoeten en verre wilde- en kuifeenden, monumentale beuken met tonderzwammen, struinen langs struweelrijke paadjes met roodborstjes, merels en mezen, een boomgaard met steenuilenkast.

Erg leuk zijn de dartele staartmezen, op zoek naar voedsel in de takken van een berk. En dan is daar een saaie, kale biggetjeswei met eenzaam houten hok. Twee weides verderop is nog het moedervarken te zien. Zij is in elk geval een bezoekje waard. En bij de eerste stappen langs het raster, blijkt het stille hok ineens toch bewoond. Als bij toverslag ontploft het hok en rent een niet te stuiten troep vrolijke biggetjes ons tegemoet.

Na het uitgebreid bewonderen, becommentariëren, beknorren, aaien en gras voeren, en moedervarken complimenteren met haar kroost (één van de kinderen vindt dat ook zij geaaid moet worden) zijn we zelf toe aan koek en chocolademelk. Een jonge vogelaar constateert dat dit eigenlijk een biggenexcursie is!

Op de terugweg wordt een superhelder watertje geïnspecteerd en ontdekt het groepje onderzoekers de veerkracht van mos. Als we daarna een stoer koppel echte boswachters ontmoeten kan de ochtend niet meer stuk. Ze krijgen een stortvloed aan vragen voorgeschoteld: wat doet u precies, en wat is het ergste wat u meemaakte; wat het leukste en mooiste? En waarvoor is die knuppel en wanneer heeft u die voor het laatst gebruikt? De boswachters komen de auto uit en vertellen met graagte over hun ervaringen.

Dan aanvaarden we langs het rododendronpaadje de terugtocht naar de parkeerplaats en vinden daar nog een hoopje verse marterpoep. Hannah maakte ook deze keer weer een lijstje met alle vogels en andere bezienswaardigheden.

    

Zaterdag 19 september 2020: Struinen langs het klompenpad en door de Stokebrandweerd

Van oeverstruinen tot moddersluipen: dat zou de titel van deze excursie van afgelopen zaterdag 19 september kunnen zijn. Maar daarmee doe ik de iets oudere vogelaars in de dop tekort. Met 9 kinderen gingen we op pad; deze keer voerde de tocht ons langs het klompenpad vanaf Bronsbergen door de Stokebrandsweerd naar de oevers van de IJssel. Een torenvalkje heette ons biddend welkom. Al gauw splitste de groep zich in jonge wilde-natuur-onderzoekers en op vogels gespitste mensen-kinderen. De laatste groep tuurde alle bomen, struiken, rietpluimen en oevers af, de oren gespitst om geen vogeltje te missen. Zo waren daar eksters, kraaien, in appels pikkende roeken en houtduiven. Frank legde met een ezelsbruggetje uit waar je houtduiven aan kunt herkennen. Dat is de duif met witte banden over vleugels en rond de hals. Een klein bruin vogeltje in de top van een struikje was een graspieper. In het water van een poeltje zwommen meerkoeten, krakeenden en zelfs een wilde eend. De eend die steeds zeldzamer wordt. Eèn van de redenen is dat het slecht gaat met de waterinsecten en die hebben jonge eendjes nodig om te overleven. In de verte vlogen aalscholvers, te herkennen aan hun donkere kruisvorm in de vlucht. Een prachtige zilverreiger landde aan de overkant van het water.

Het groepje jonge onderzoekers leek wel een groepje steenlopertjes, ze keerden alles ondersteboven en wat van waarde leek stopten ze in hun zakken. Bijvoorbeeld grillig gevormde ijzerslakken en lavasteen. Stenen daagden uit om in het water te plonzen. Koeienvlaaien werden op smeuïgheid getest. Maar toen zich aan de oever van de IJssel een bijzonder vogeltje vertoonde richtten alle blikken zich weer op verenkleed, pootjes en snavelvorm. Een dwaalgast, we konden hem niet thuisbrengen. Vermoeid vloog het vogeltje naar een stillere oever. De kinderen hoopten dat het vogeltje genoeg eten zou vinden om aan te sterken en verder te vliegen naar het zuiden. En even vermoeid en dorstig stortten zij zich op chocomelk en koek. Daarna ging de terugtocht door pluizende distels, jammer genoeg zonder puttertjes, (hier en daar klonk wel een kinderkreet van ‘oei en au’). Bij moerassige waterpoeltjes werd de zuigkracht van modder uitgeprobeerd en werden slakkenhuizen losgepeuterd. Oh, daar vloog een watersnip verschrikt de lucht in. Ellen vond nog door roeken uitgepikte appels.

Wat vonden de kinderen het mooist deze ochtend? Nou, dat was de zilverreiger maar veel kinderen wekten de indruk dat ze zo opgegaan waren in het struinen dat ze niet zo snel een antwoord hadden.

   

Zaterdag 13 juni 2020: Excursie op de Gorsselse heide

Op zaterdag 13 juni verzamelden vijf jonge vogelaars en één moeder zich bij het startpunt voor onze eerste vogelexcursie sinds de uitbraak van de coronacrisis. Ook een enthousiaste nieuwe jonge vogelaar meldt zich, mét boekje en kijker! Carin en Remke zijn er om de ouders te gidsen maar die ene moeder wil toch ook met de kinderen mee!

Eerst even een blik werpen in het grote vogel- en geluidenboek; welke vogels horen en zien we? (hopen we te zien?) Boomleeuwerik en -pieper, kleine bruine vogeltjes die erg op elkaar lijken. Oké, de boompieper heeft duidelijker strepen op de borst en de boomleeuwerik is ietsje groter en heeft een wenkbrauwstreep. De geluiden worden goed in de oren geknoopt. De kleurrijke roodborsttapuit is gelukkig goed te herkennen.

De eerste stop is op de schietbult. Wat een uitzicht, de lucht is blauw maar heel leeg, gauw verder dus, de oren goed gespitst want er zingt een boompieper in de verte. Ook schieten er allerlei bruine vogeltjes het struikgewas of de hei in, te snel om ze in de kijker te krijgen. Gids Florence spot dan toch de boompieper tussen de takken van een grote grove den, en aan de andere kant zit zelfs een puttertje. Met de telescoop komen ze mooi in beeld. In de verte een cirkelende buizerd.

En dan, bij gebrek aan echte vogels, fantaseren de kinderen over zeearenden, valken en oehoes; zelfs de wens een wolf tegen te komen op de hei komt om de hoek kijken. In plaats van vogels vliegen de spannende verhalen over en weer. De zon schijnt heel warm en sommige kinderen verlangen naar schaduw en drinken. We zoeken een schaduwrijke plek waar Florence appelsap en stroopwafels uitdeelt. Een roodborsttapuit zingt dichtbij maar laat zich niet betrappen.

Heel knus scharrelen we gezamenlijk weer naar het eindpunt, vogels laten zich niet meer zien, en om 12.00 uur geven we de meeste kinderen weer aan hun ouders mee. Maar met de moeder en haar dochter besluiten we een tip van onze schaduwgidsen Remke en Carin op te volgen over een grote bonte specht met jongen bij het Luteaven. Geen spechten zagen we maar wel libellen, juffers, groene kikkers én een geelgors!

Jouck Iedema

  

Zaterdag 18 januari 2020: Van stampen van pinda’s tot spotten van spechten

Verslag van de bijeenkomst van de Jonge Vogelaars op 18 januari 2020 op de Kaardebol

Als je in je tuin veel vogels wilt zien dan moet je ze de tuin in lokken. Daarom gingen de Jonge Vogelaars, jeugdleden van Vogelwerkgroep Zutphen (8 t/m 12 jaar), afgelopen zaterdag vetbollen maken om in de eigen tuin op te hangen. Bij binnenkomst in het werklokaal van de Kleine Kaardebol stonden op de met oude kranten bedekte tafel vogelvoer, vijzels en stampers al klaar. Na een korte inleiding gingen de kinderen met veel enthousiasme de pinda’s in deze vijzels in kleine stukjes vijzelen. Samen met zonnebloemzaden en gemengd vogelzaad stonden ze daarna in de rij om dit allemaal in de twee grote pannen met vloeibaar zoutloos vet te kieperen. Er zaten ook meelwormen tussen de zaden: “Ieuw, beestjes!”. Nu zijn meelwormen echt niet eng en zeker niet als ze gedroogd zijn, daarom snel weer aan de slag; lekker roeren in de grote pan. Ondertussen knutselden de jonge vogelaars een stukje van een satéstok aan een stuk touw om in een kartonnen bekertje te hangen. Alsof er soep uitgedeeld werd ging de grote pan met zaden verrijkt nog vloeibaar vet rond. Bekertje erbij houden en vol scheppen maar. En dan wachten, wachten tot de inhoud van de beker door afkoeling hard wordt. Zo eenvoudig is het om vetbollen te maken.

Dat vogels de tuin in lokken had een hoger doel. Komend weekend is de Nationale Tuinvogeltelling en daar wilden de begeleiders van de vogelwerkgroep de kinderen op voorbereiden. Dat deden ze met een powerpointpresentatie, telformulier en infofolder. Veel kinderen wisten al van alles te vertellen over vogels. Bij elke vraag schoten de vingers omhoog omdat ze graag antwoord wilden geven op de voorgelegde vragen. Voor anderen was het stilzitten wat lastiger, die hielden meer van actie. Na een pauze met warme chocolademelk en koek was het dan ook de hoogste tijd om naar buiten te gaan, om te oefenen, om echte vogels te zien! Gewapend met kijkers en sommigen ook met een notitieboekje gingen de kinderen in de tuin van de Kaardebol op speurtocht. “Oh, wat is dat voor grote groene vogel?” Dat was dus de groene specht. Een buitenkansje; om die in je tuin te zien moet je een landgoed hebben! Maar het paartje grote bonte spechten dat zich even later liet zien, kun je ook in een stadstuintje tegenkomen. En de vele kool- en pimpelmeesjes die regelmatig voorbij kwamen zeker, die zijn tenslotte dol op vetbollen. Door het zonnige zachte weer zat er zelfs al een pimpelmees te zingen. Die woont vast in het huisje dat de Jonge Vogelaars vorig jaar hebben opgehangen. De tijd vliegt als men van de natuur geniet; daar kwamen de eerste ouders alweer om hun jeugd op te halen. Daarom snel naar binnen voor de afsluiting.

   

Zaterdag 2 november 2019: Speuren naar trekvogels

Zaterdag 2 november beklom een vrolijke groep Jonge Vogelaars o.l.v. gidsen en ouders de bult bij Fort de Pol: vanaf de bult heb je namelijk een fenomenaal uitzicht op verre (donkere) luchten, het Twentekanaal en de IJssel. Aan de rand van de bult en onder de bezielende leiding van vogelexpert Michel Klemann, mët telescoop, kwam er van alles in de kijker: groepjes ganzen, meerkoeten, aalscholvers, zilverreiger, een torenvalkje. En oh, heel dichtbij puttertjes die heen en weer zwermden tussen de toppen van het struikgewas.

Eén van de kinderen slaakte de kreet dat dit een prachtige plek was waar hij het liefst altijd wilde blijven. Maar de wildernis heuvelafwaarts en het water in de verte lonkten. Al gauw struinden groepjes kinderen door het hoge gras de heuvel af; een dode haas werd begraven onder een dekentje van gras en bij het klauteren over de keien bij ‘t kanaal kwamen diertjes en schelpen tevoorschijn. En afval.

Leuk was het ook om stenen met mooie boogjes in het water te plonzen en met de platte te keilen. Tot het tijd was voor warme chocomelk met honingkoek. Wat zaten we daar knus aan de oever van het kanaal.

De tocht ging verder door de velden en langs de IJssel. Ondertussen speurend naar vogels ën afval! Eén van de meisjes voerde de actie aan, want zoveel troep was slecht voor de natuur en zeker voor vogels want die konden daar in stikken en verstrikt raken! We ontdekten tot onze verontwaardiging dat de vissers daar wel heel veel zooi achterlieten. Na afloop toonde het meisje (Ciara) heel trots het resultaat van haar speurtocht: twee zakken vol met zwerfafval: “Daar had de natuur geen last meer van!”

     

Zaterdag 21 september 2019: Struinen langs de IJssel

Op een zonovergoten zaterdagochtend fietsten zeven jonge vogelaars met hulpmoeder en gidsen naar de oevers van de IJssel bij de Amerikaanse windmolen. Om daar te starten met de verrekijkerinstructie en het spotten van de eerste vogels op de bakens: jonge aalscholver, kokmeeuw. Nog meer bakens met meeuwen en de ene na de andere aalscholver vloog voorbij, dook net onder of kwam weer boven en droogde uitgebreid zijn wapperende vleugels aan de wind. Turend door de kijker werd er net niet in koeienvlaaien gestapt. Reigers (blauwe) zagen we, kauwtjes en eksters, witte kwikstaarten vlogen in golvende vlucht voorbij, een wolk dikke postduiven, een zwerm spreeuwen, een groep kleine piepende bruine vogeltjes genaamd graspiepers (herkende gids Frank aan het geluid), op de oevers aan de overkant ganzen. Tja, welke ganzen dan? Het boekje toonde ze: Canadese ganzen, brandganzen waren er en grauwe ganzen. Die vlogen even later luid gakkend vlak over ons heen. In de bosjes een koolmees, een tjiftjaf (grauw en geel). Schroevend op de thermiek hoog in de lucht herkennen we buizerds.

Een uurtje later en niet heel veel verder lokte een buis op de oever van de poel ons om in de zon zittend nog verder de omgeving af te speuren. Met chocomelk en een koekje. We zagen kwikstaartjes het natte slik afspeuren naar beestjes. Ook een paar onderzoekende kinderen sopten door het slik en ontdekten vervolgens dat de buis een soort tunnel was. De grote verrassing toonde zich op de terugweg: de komst van een visarend! We zagen hem zelfs bidden boven de IJssel, en even later ook nog een biddend torenvalkje…

Geheel voldaan keerden we Kaardebolwaards waar één van de kinderen zich in de armen van haar moeder stortte met de kreet “mama, we hebben een visarend gezien!”

Jouck Iedema

  

Zaterdag 11 mei 2019

Excursie naar landgoed Voorstonden, thema: bosvogels en hun zang. Met negen kinderen, een aantal moeders, opa Henk, Frank en ik.

Op de plaats van aankomst bij het landgoed lieten we eerst een paar bekende(?) vogelgeluiden horen om in de stemming te komen. De merel, de vink, de tjiftjaf; alleen de aanwezige vogels zongen er dwars doorheen. En die tjiftjaf, zei die nou echt zo duidelijk tjiftjaf? Eenmaal in het bos hoorden we roodborst, winterrrrkoning, roodborstje, zwartkopje, zagen we koolmezen, merels, vinken vliegen… De kinderen zagen pluizenbollen van paardebloemen, rupsjes, kevers.

Met z’n allen struinden ze vrolijk door het fluitekruid en onderzochten alles wat ze op hun pad tegenkwamen. De kalfjes van de brandrode runderen, bijna te lief om achter te laten. We zagen zelfs een reebok! Eén moment dacht ik: ‘kom laten we nu met de vogelgeluiden aan de slag gaan’… In plaats daarvan beleefden we met z’n allen volop de lenteverschijnselen in het bos en dat werkte aanstekelijk. Wel fijn dat Frank daar ook verstand van had, zo konden we een loopkever en een kortschildkever een naam geven. En ontdekken dat rupsen verschillende loopjes hebben. En ondanks de lentezon smaakte de warme chocolademelk lekker!

Jouck Iedema

  

Vogels in de stad

Zaterdag 23 maart ging een groepje enthousiaste jonge vogelaars (drie meisjes en drie jongens) onder begeleiding van Frank en Jouck op pad om naar stadsvogels te speuren. In een mooie colonne fietsten we naar het belangrijkste doel van deze ochtend: de oude begraafplaats aan de Warnsveldseweg, een natuurrijk park met prachtige oude bomen. Eerst waren er al die geluiden, het gegak van de grauwe ganzen op de vijver, en hoog boven in de bomen miegelde het van de roepende meesjes, kool- en pimpelmees, de één met een forse streep als een stropdas over buik en borst, de ander met een dun streepje dat eindigt op de borst. Dat laatste werd aangevuld door één van de kinderen! Forsere vogels kwamen ook voorbij, roekoeënde houtduiven, een paartje gaaien, eksters… In de verte lachte een specht, een groene.

Struinend langs paden en turend naar boomtoppen zagen we merels en nog meer mezen en duiven, zelfs de holenduif liet zich horen met zijn mysterieuze ‘hoeh-hoeh’. ‘Het lijkt net een uil.’ De composthoop bleek een paradijsje voor zowel een merel als een eekhoorn. De merel zocht bouwmateriaal, de eekhoorn knabbelde aan beukennootjes. Hij liet zich tot op 2 meter besluipen en vloog, o nee, klom toen rap een boom in.

Alle vogelsoorten werden genoteerd; en er werd ook een klimboom uitgeprobeerd. Een stel grote bonte spechten gaf aan het eind nog een showtje weg. Als afsluiting bezochten we de bosuil aan de Boompjeswal en daar vonden we zelfs nog een paar braakballen.

Graag tot de volgende keer op zaterdag 11 mei! Dan hebben we een excursie naar de bosvogels van Voorstonden.

Zaterdag 27 oktober 2018

Maar liefst twaalf jonge vogelaars gingen met een aantal ouders en begeleiders op pad naar het ringstation in Klarenbeek om de kunst van het vogels ringen van dichtbij te leren kennen. Het was koud en het weidse landschap was zonovergoten.

Vogelexperts Steven de Bie en Remke van Rijswijk verwelkomden ons op het erf van een woonboerderij met een kernachtig verhaal over hoe belangrijk geringde vogels zijn voor het vogelonderzoek in Nederland. Daarbij diende een reeds geringd koolmeesje als voorbeeld. Het meesje onderging niet geheel lijdzaam de behandeling, want hij pikte Steven nog even stevig in zijn vingers voor hij wegvloog.

Vervolgens volgden de jonge vogelaars Steven in zijn voetsporen, toen hij voorstelde de netten op gevangen vogeltjes te inspecteren. Overal in de omringende graslanden stonden de netten opgesteld en klonk hier en daar uit een boxje aanlokkelijk vogelgezang. De in de netten verstrikt geraakte vogeltjes werden heel voorzichtig uit de netten gehaald en in een stoffen zakje gedaan. Daarna was het een mooie optocht van kinderen met een wiebelend zakje in de hand…

De schuur bleek ingericht als onderzoeksruimte. De zakjes werden aan haakjes gehangen en één voor één ontdaan van de vogeltjes. Ademloos keken de kinderen toe hoe ze onder de loep werden gelegd en de leeftijd werd bepaald aan de hand van de lengte van de vogelvleugeltjes. Ze zagen ook hoe gekeken werd naar het opgebouwde buikvet en hoe de vogels ondersteboven in een kokertje werden gewogen. En dan kwam de tang en werd een ringetje met een nummer om het vogelpootje geknepen. Nauwkeurig werden ook alle gegevens in een schrift vastgelegd. Daarna mochten de vogels hun vrijheid weer tegemoet vliegen.

Bijzonder was de vangst van een goudhaantje. Steven aaide het vogeltje over het gekleurde kruintje en liet zien hoe je aan het oranje of gele bandje kunt bepalen of het een mannetje of een vrouwtje is. Ondertussen ben ik weer vergeten wie wat was.

De kinderen stonden muisstil om Steven heen gedromd en sommigen op hun tenen om maar niets van zijn handelingen te missen. Sommigen schreven de bevindingen in hun opschrijfboekje.

De tweede ronde langs de netten leverde nog weer een goede vangst op; de kinderen gunden zich nauwelijks de tijd om even te pauzeren onder het genot van een beker appelsap. En ai, wat jammer dat de tijd gevlogen was want de klok gaf 11 uur aan en om de wachtende ouders niet teleur te stellen, vertrokken we toch maar op tijd terug naar de Kaardebol. Iedereen reageerde opgetogen en enthousiast en Steven nodigde de groep uit om in het voorjaar nog eens te komen kijken bij het ringen van de vogels die uit het zuiden terugkeren van het overwinteren.

 

Zaterdag 19 mei 2018

Vanmorgen met de jonge vogelaars op pad richting slot Nijenbeek. Onderweg kwamen we de eerste witte kwikstaarten, merels, zwartkoppen en een tuinfluiter tegen. Ook zagen we boeren- en huiszwaluwen. Een groepje gierzwaluwen vloog rondom de boerderij al roepend achter elkaar aan. Ver in het land richting de IJssel waren wulpen en tureluurs te horen. Dichtbij ons een roepende kwartel, maar die kregen we niet te zien. In de plasjes keken we naar verschillende eendensoorten als kuifeend, wilde eend, krakeend en tafeleend. In de kleine rietkragen enkele rietgorzen en een zingende geelgors in een wilg. Ook grasmussen lieten zich goed horen.

Tijdens een kleine stop zorgde Detlef dat iedereen chocomel kreeg die ik had meegenomen voor de kids. Voor mij en de ouders van Nicole thee of koffie. Ondertussen vertelde ik iets over de wespendief waarvan ieder kind een ansichtkaart kreeg. Toen een verhaaltje over de buizerd: wanneer ze broeden, wat ze eten en hoe je dikwijls aan het nest kan zien of deze bezet is of niet. Maar eerst even langs de ooievaars met daarbij een korte uitleg hoe je door een telescoop moet kijken. De ooievaars hadden twee jongen. We konden ze mooi bekijken. Maar nu naar de buizerd, want die wilden ze heel graag zien. Nou op zoek naar het nest dan maar. De kids begonnen allemaal te fluisteren en vanaf een metertje of veertig stelde ik de telescoop op richting het nest. Een klein kopje stak uit de nestrand omhoog, ja hoor: een jong. Een van de ouders kwam net voedsel brengen, wat helaas niet iedereen kon zien. In totaal heeft dit paar drie jongen. De kinderen hadden dit nog nooit gezien en vonden het geweldig. Gezien en gehoord: in totaal iets van 33 soorten; het was wat bewolkt en miezerig, waardoor we waarschijnlijk de torenvalk gemist hebben die daar ook altijd zit. Maar zij vonden het geweldig en daar gaat het om. Er waren ook nieuwe deelneemsters voor het eerst mee die de volgende keer weer mee willen. Hoe leuk is dat. En Detlef hield voor ons een beetje de soorten in de gaten die we zagen in zijn boekje. Top kids, tot de volgende keer.

 

Zaterdag 31 maart 2018

Vandaag richting Hackfort met de jonge vogelaars. Toch leuk om te zien hoe deze jonge vogelaars dingen snel oppakken en ook al best wat weten. Behalve vogels liet Frank ons ook nog de eerste kievietsbloem, die nog in knop zat, zien. We werden verwelkomd door roepende boomklevers en vooral ook veel zingende spreeuwen. De middelste bonte specht verraadde zich door het “gaaien”. Naast deze specht hoorden we ook de grote bonte specht en zagen we de groene specht. Tijdens het lopen kreeg Jonathan al dorst en trek maar we moesten nog een stukje. We waren net op pad toen een jonge dame zich bij ons aansloot. Het was Carin van de vogelwerkgroep. Bij kasteel Hackfort werd uitgelegd hoe de buitenoven werkte en hoe je met wat tarwekorrels kon merken dat deze heet genoeg was.

   

Na het vogelgetuur moesten Stef en Herwin uiteraard even onderzoeken wat zich achter de loszittende schors van een boom bevond. Klein spul, dus goed voedsel voor vogels. Ondanks de nog wat koude lucht kwam er een buizerd voorbij vliegen en merkte Herwin een groep reeën in het veld op. Na wat uurtjes gelopen te hebben werden de jonge vogelaars voorzien van chocomelk bij de Rietberg. Er moest ook even gespeeld worden in de speeltuin daar. En tijdens het drankje heb ik ze nog even uitgelegd dat we onze waarnemingen al via de telefoon in waarneming.nl hebben vastgelegd. Met zo’n 27 soorten weer veel gezien en geleerd vandaag.

  

Zaterdag 10 februari 2018

Het plan om richting de Rammelwaard te gaan met de jonge vogelaars werd gewijzigd. Dikke mist. Dus op de fiets richting de begraafplaats in Zutphen. Het begon met een groep kokmeeuwen op het ijs, vechtende meerkoeten en het tikken van de vele appelvinken die daar hoog in de boom zaten. Het was even zoeken maar de kinderen zagen ze uiteindelijk ook. “Kijk een eekhoorn” werd door een van de kinderen geroepen. Deze zat lekker voor ons op het gras te eten. Jonathan probeerde nog een foto te maken en sloop dichterbij maar de eekhoorn had hem snel in de gaten. Later zagen we er nog twee druk om de boom achter elkaar aan rennen. Natuurlijk lieten de begeleiders ook een van de slaapnesten van de eekhoorn zien. Het zijn net vogelnesten maar dan lekker rond gebouwd. De spechten lieten zich niet zien vandaag maar was wel even te horen. De boomklevers waren wel lekker druk met roepen. Rob was weer voor het eerst mee en stond versteld dat de jonge vogelaars al zoveel wisten. Na de kop lekkere chocomelk van Jouck en onze boterhammen moesten we natuurlijk even langs de bosuil. Er werd verteld waarom braakballen van uilen botjes erin hebben zitten en soms ook helemaal niet. Nou de bosuil in het echt zien vonden de jonge vogelaars geweldig! De uil in een boomholte en twee kauwen waren de bosuilenkast aan het verkennen. De slechtvalken waren helaas niet thuis vandaag. Maar al met al toch 20 leuke vogelsoorten gezien of gehoord. Niet iedereen heeft allemaal hetzelfde gezien of gehoord. Detlef riep dat hij de slechtvalk zag maar later vertelde hij mij “grapje” (de boef).

   

Zaterdag 14 januari 2018: Fietstocht Cortenoever

Op zaterdag 14 januari hebben we met vijf kinderen en enkele ouders gefietst langs de ondergelopen uiterwaarden van de IJssel richting Cortenoever om naar watervogels te speuren. Het was koud en een beetje mistig.

Eerst de namen van de kinderen geoefend en opschrijfboekjes en verrekijkers uitgedeeld. De eerste vogels die we in de kijker kregen, natuurlijk: ganzen, de grauwe gans en de kolgans naast een paar wilde eenden en meerkoeten. En in de verte hoorden we het hoge fluiten van de smient.

In Cortenoever bewonderden we – naast een torenvalkje, ganzen, kokmeeuwen, spreeuwen, vage grote zilverreigers, aalscholver en talloze dikke buizerds – ook Reuversweerd, het spookkasteel. Onderweg kwamen de kinderen lekker op gang; ze ontdekten echt goede plekken om vogels te spotten en vertelden over bijzondere waarnemingen, zoals een velduil of zeearend. Het enige meisje onder de jongens hoorde op school over de in Amerika uitgestorven trekduif, en dat zij die juist tijdens de vakantie in een museum was tegengekomen.

Een andere vogelaar in de dop vertelde over de tochten met zijn vader en hoe ze een meeuw vast konden leggen die een paling gevangen had. Als bewijs toonde hij na afloop de foto op de camera van zijn vader.

Erg leuk om dit enthousiasme voor vogels bij deze kinderen mee te maken, het werkt aanstekelijk en ik hoop dat we de volgende keer bij de fietstocht, de andere kant op naar de Rammelwaard, ons lijstje met vogels uit kunnen breiden.