Zaterdag 8 mei 2021: Bezoek aan ringstation Hackfort

Het is koud maar zonnig. De ouders droppen al om 9.00 uur twaalf kinderen op het afgesproken punt op Landgoed Hackfort. Een mooi maar niet-toegankelijk natuurgebied met afwisselend open grasland, akkerland en bos.

De beheerder van Natuurmonumenten, Udo Hassefras, eveneens vaste ringer, ontvangt ons en vertelt het verhaal over het natuurgebied waar we ons bevinden. Normaal gesproken ontoegankelijk want kwetsbaar en rustgebied voor het wild en de vogels. Hij wijst ons op het groene eentonige grasland en vertelt over de plannen om dit om te vormen tot voor vogels en insecten aantrekkelijk kruidenrijk hooiland. Daarna leidt ringer Gerard Bogaert het vogels ringen in; heel kort want de netten moeten gecontroleerd!

Udo en Gerard zullen ons deze ochtend samen met hun collega-ringers Remke, Anne en Wouter alle ins en outs van het vogels ringen laten zien. De mannen verdelen de taken en ons in twee groepen. Udo, Remke en Anne nemen ons groepje mee het bos in naar de daar opgestelde netten. Mistnetten om precies te zijn. Als je niet goed uitkijkt blijf je er met je pet of knopen in haken. De kinderen volgen de handelingen die de ringers uitvoeren met aandacht. Eerst goed kijken naar het in het net verstrikt geraakte vogeltje dat Anne heel voorzichtig lospeutert; eentje met een zwart petje, en daarna in een knikkerzakje stopt. Vragen barsten los: “Oh, is het niet zielig en doet het geen pijn? Kan het vogeltje wel ademen in dat zakje en hoe werkt dat net eigenlijk?”
Jazeker kunnen vogeltjes in zo’n katoenen netje nog ademen en omdat het daar lekker donker is komen ze sneller tot rust. Om te laten zien hoe een vogeltje blijft steken, gooit Remke een opgepropt zakje in het net. Het stuit tegen het net, veert terug en valt zachtjes in de netplooi daaronder. De kinderen mogen het zelf ook uitproberen.

Als vervolgens een pimpelmeesje uit het net geplukt wordt pikt deze de ringer flink in de vingers. Behangen met zakjes vogeltjes waarvan sommige al geringd, keren we terug naar de tafel met ringmateriaal en logboek. Udo demonstreert nauwgezet alle handelingen, van opmeten van vleugellengte tot inspectie van buikvet, vleugelspieren, broedplek en gewicht. Daarna knijpt hij een piepklein ringetje met nummer om het pootje. Ook dat doet geen pijn antwoordt hij op een vraag van één van de bedenkelijk kijkende kinderen. De ringetjes zijn precies afgestemd op de pootjes van de vogelsoort.

Dit vogeltje brengt de ervaren vogelaar aan het twijfelen, is het een fitis of een tjiftjaf? Na telling van de handpennen blijkt het toch een tjiftjaf. Die heeft zes bochten in de handpennen en de fitis vijf, zo klein is het uiterlijke verschil. Evenals de tjiftjaf worden ook de zwartkopjes en het pimpeltje heel precies op alle punten opgemeten en ringster Anne noteert de informatie in het logboek.

De groene keet op het ringterrein is bekleed met een reeks A4’tjes met uitleg: de anatomie van de vogel, bijzondere uitkomsten van het vogelonderzoek, en opmerkelijke weetjes. Udo wijst aan, vertelt en de kinderen hangen weer aan zijn lippen. De warme chocolademelk met koek wordt tussen de bedrijven door genuttigd, want er zijn nog meer netten te inspecteren in weer een ander bos. We komen er via een bruggetje over een slootje en door een landje waar een doodgereden ree ligt (daar speciaal neergelegd voor onderzoek). In deze netten spartelen een zwartkopje en een merel. Ook deze worden op alle punten onderzocht, geringd en geboekstaafd.

Nu mogen de kinderen eventjes de vogel op de hand houden voordat die de vrijheid tegemoet vliegt. De merel wordt zachtjes over kopje en verenkleed geaaid. Begeleider Gerard sluit het programma af met een heuse vogelquiz; de antwoorden vinden de kinderen op de keet. En er zijn prijsjes aan verbonden? Om 10 voor 11 bespreekt hij de antwoorden met de groep en mogen ze allemaal een prijsje uitkiezen, een… ringetje!

Precies op tijd en helemaal onder de indruk van alle belevenissen worden de kinderen weer overhandigd aan hun ouder(s). Dat gevoel wordt gedeeld door de begeleiders van de Jonge Vogelaars; we zijn overrompeld door het uitgebreide programma en hoe goed het aansloot bij de kinderen, hoe boeiend het ook voor ons was. Het smaakte naar meer en hardop terugblikkend stelt beheerder Udo voor om nog eens terug te komen in de ringperiode in het najaar, tijdens de vogeltrek. En dat kan ook met de volwassen vogelaars van de VWG.

Ps. Vergeet ik nog op te nemen welke vrije vogels we ter plekke gespot hebben: kleine plevier, geelgors, kool- en pimpelmees, putters, grote bonte specht, buizerd, rode wouw en lepelaar.